Na de dood van hun moeder besluiten de zussen Ada en Toni, beiden midden veertig, twee weken hun ouderlijk huis aan de Oostzeekust op te ruimen en ter verkoop aan te bieden. De hoofdpersoon Ada, kunstenares, is alleenstaand maar heeft een verhouding met een getrouwde man. Toni, de oudste, is getrouwd, heeft een dochter, een baan als docent en is ogenschijnlijk gelukkig. Door hun verschillende levenslopen zijn ze enigszins uit elkaar gegroeid maar door de rouw en de gezamenlijke herinneringen die bovenkomen gedurende hun tocht door het huis wordt hun verbondenheid opnieuw versterkt. In het bureau van hun moeder vinden ze een aan hen beiden gerichte afscheidsbrief die hun verdere leven zal beïnvloeden. De brief geeft hen ook zicht op onvermoede kanten van hun moeder. De romantische sfeerbeschrijving van huis, tuin en omgeving is aantrekkelijk. Al met al een luchtige, in vloeiende taal geschreven 'feelgood story'. Het is de tweede roman van de auteur die is geboren in Schleswig-Holstein en nu in Berlijn woont.