Jacques Vriens heeft jarenlang voor de klas gestaan en komt ook nu als kinderboekenschrijver nog veel op basisscholen (en in bibliotheken). In dit boek vergelijkt hij het onderwijs van vroeger met het onderwijs van nu en schetst hoe goed onderwijs er in zijn ogen uitziet: een compromis tussen het 'goede oude' en het 'goede nieuwe'. Hij doet dit op kritische, maar prettige wijze. Hij schrijft voornamelijk vanuit de ik-vorm en ondersteunt zijn opvattingen met vele herkenbare praktijkvoorbeelden. In elf hoofdstukken worden diverse uiteenlopende thema's besproken, waaronder bijvoorbeeld het kleuteronderwijs, het aanbod op de pabo, het toetsen én de digitale rompslomp. Hoewel de schrijver benadrukt de wijsheid niet in pacht te hebben, geeft hij in het tiende hoofdstuk een aantal relevante tips voor een fijne school of klas. Hiernaast bevat de inspirerende en liefdevolle uitgave een inhoudsopgave, een literatuurlijst en een verantwoording. Voor onderwijsprofessionals zeer de moeite waard om te lezen!