Taal is een zintuig. Wij tasten met onze woorden in het duister en treffen daar van alles aan: mensen, landschappen, verdwenen paden, verkleurde herinneringen, puzzelstukken van onszelf.
De dichter legt het vast, zo goed als hij kan, maar de beelden en hun betekenis blijven in beweging. De gedichten in 'Zonder palet' volgen het alfabet en schetsen een genuanceerd beeld van ons bestaan. Zo zitten wij in elkaar.