Als Truitje Langhout (80) door een val haar heup heeft gebroken, gaat ze tijdens de revalidatie voor de afleiding bij een bejaardenkoor. Ze is geschokt als ze daar de vrouw ziet die haar zestig jaar eerder in het ongeluk stortte. Toen ze negen was, brandde het café van haar ouders af en kwam ze als enige overlevende in het weeshuis. Ze wordt op haar achttiende hulp voor dag en nacht bij een rijke familie in Bussum en wordt verliefd op de oudste zoon. Als ze van hem zwanger raakt, hoopt Trui dat hij met haar trouwt en niet met zijn bekakte verloofde. Maar Waldemar laat niets meer van zich horen, zijn verloofde valt haar aan zodat ze haar bijna voldragen kind verliest. Trui besluit wraak te nemen. Een met veel humor geschreven lichtvoetige schelmenroman over een vrouw die de rol van bejaarde niet accepteert. Heel spannend is het niet, maar wel heel prettig leesbaar, vooral voor de (vrouwelijke) 40+ lezer. Kleine druk.