Het verhaal speelt zich af in de huidige tijd in De Geelders, een natuurgebied tussen Boxtel en Schijndel. Met terugblikken naar het vooroorlogse Brabantse land, toen het nog niet vanzelfsprekend was dat iedereen kon lezen en schrijven. Het verhaal wordt verteld door de 94-jarige kruidenvrouw en boerin Helena. Zij wil haar kennis graag overdragen op haar kleindochter Madeleine. Maar door een familieconflict heeft ze Madeleine al dertig jaar niet gezien. Toen haar kleindochter drie jaar oud was, heeft Helena haar al wel voorzichtig, op speelse wijze ingewijd in bepaalde reinigings- en toeëigeningsrituelen. Madeleine is voorbestemd kapellenverzorgster te worden, zoals Helena kassenverzorgster is. Kapellen zijn altijd schoon en opgeruimd, maar niemand ziet ooit wie dat doet. Er is geen hiërarchie, zoals in de kerk wel het geval is. Lukt het Helena weer in contact te komen met Madeleine? Trudy van Rooij-van Mil studeerde Engels en schreef voor het onderwijs. Dit is haar romandebuut. Voor lezeressen die van enige spiritualiteit houden of het leuk vinden over het Brabantse platteland te lezen.