Prentenboek over een jongetje dat, liggend tussen zijn zeven knuffels, gaat slapen. Vervolgens worden zeven manieren genoemd om in slaap te vallen en in dromenland te eindigen: languit op je rug gaan liggen of omgedraaid op je buik, weer op je rug maar dan achterstevoren. Of achterstevoren maar dan op je buik. Andere opties: gewoon op je rechterzij of andersom, op je linkerzij, of opgerold met je neus tegen je knieën gedrukt. De tekst is kort en ritmisch waarbij onnadrukkelijk een rijmvorm voorkomt. De getallen zijn als cijfers weergegeven zodat het boek ook een telelement bevat. De sfeervolle en kleurrijke waterverfillustraties zijn vanuit originele perspectieven geschilderd en beslaan dubbele pagina's. Ze hebben een dromerigheid in zich die steeds op de volgende, tekstloze spread teniet gedaan wordt door een verrassende wending: lig je heerlijk opgerold onder een boom, blijkt een vogel op een tak boven je een goed gemikt poepje op je gezicht achter te laten. Of hang je heerlijk op een tak, word je ineens weggeplukt door een grote harige aap. In elke situatie speelt een van de zeven knuffels een rol. Een fraai uitgegeven, prima zorgen-dat-je-in-slaapt-valt-boek. Geïnspireerd op jeugdherinneringen van de auteur, die vooral bekend is als dichter. Vanaf ca. 4 jaar.