Hans Dorrestijn (1940) is cabaretier, schrijver van verhalen, liedteksten en poëzie. In dit boek heeft hij zijn beste stukken en verhalen gebundeld, afgewisseld met een aantal van zijn gedichten. Tussendoor korte nieuwsberichtjes uit Dorrestijns Pers Agentschap (DPA). Het leven is een tranendal en dat van de Dorrestijn - al 75 jaar lang - helemaal, zoals iedereen die met zijn werk bekend is, wel weet. Maar de zwartgallige Dorrestijn heeft het breed uitmeten van zijn ellende tot kunst verheven en weet die als geen ander met veel humor en zelfspot te brengen. Ingedeeld in Vroege verhalen, Vrouwen, Kunst, Honden en Toegift laat hij de lezer meedelen in zijn leven en vooral zijn lijden: zijn ongelukkige jeugd, nooit goed aflopende relaties met vrouwen, drankproblemen, hondenhaat en andere narigheid. Kort samengevat in het gedicht 'Mijn dichterschap' waarmee de bundel aanvangt: Altijd lag ik overhoop / met de drank en met de wijven. / En toen ik veel geleden had / ging ik heel mooi schrijven. Een mooie bundel waarin veel te genieten valt en die een goed beeld geeft van Dorrestijns werk, leven, en kwaliteiten. Treurigheid troef maar er valt ook veel te lachen en Dorrestijn lacht door zijn tranen heen dapper mee. Achterin een verantwoording.