De ik-figuur van deze roman reist zijn in Afrika werkzame vrouw na. Zij vertoeft in de voormalige kolonie Boven-Volta, na de machtsovername Burkina Faso genoemd. Deze staat heeft nog alles van een bureaucratische, aan corruptie ten onder gaande samenleving. Maar de president Thomas Sankara, revolutionair, doet er alles aan om dit te veranderen. Voor een groot deel tevergeefs. De zoektocht van de ik-figuur naar zijn vrouw Zaza gaat met tal van merkwaardige avonturen gepaard. Dat element is weinig origineel. De auteur krijgt wel de gelegenheid aard van de bevolking, samenstelling van de problemen en tal van andere zaken breedvoerig te schilderen. Daardoor ontstaat toch een interessant verhaal dat als een soort documentaire over een van de zeer jonge Afrikaanse staten, een voormalige Franse kolonie, is te beschouwen.