In de Londense pizzeria Vesuvio, geleid door de charismatische Tuli die zijn mensen vaak helpt, ook financieel, maar dubieuze contacten heeft, werken veel illegale migranten die geen papieren hebben en vanwege oorlog of vervolging zijn gevlucht uit hun land. In drie delen gaan de korte hoofdstukken om-en-om over twee van hen. Nia, kind van een Welshe moeder en een Indiase vader die nadat ze als student is weggestuurd van Oxford, niet terug wilde naar haar alcoholverslaafde moeder en naar Londen vluchtte, en Shan, een Tamil die na de moord op zijn vader vluchtte, vrouw en zoontje achterliet en nu probeert een verblijfsvergunning te krijgen. Als Tuli Shans gezin helpt vluchten wordt duidelijk waar zijn geld vandaan komt. Deze derde, actuele roman van de in India geboren, in Wales opgegroeide auteur beschrijft heel indringend, raak en levendig leven en wereld van illegale migranten in Londen, hun angsten en emoties, het racisme dat ze ervaren. Minpuntje is dat er weinig ontwikkeling in het verhaal is, al is het dilemma dat Shan later ervaart schokkend. Een boek dat zeker aan het denken zet.