De mensheid leeft in een primitieve staat. Een jong meisje verliest bij een overval haar familie. Als de Wees wordt zij in slavernij verkocht, maar ze blijkt over bijzondere gaven te beschikken. Haar belangstelling naar de buitenwereld wordt steeds groter en uiteindelijk gaat zij de woestijn in met haar zandzeilboot, verder dan ooit iemand is gekomen. Zij ziet dat de aarde verwoest is door atoombommen. Wanneer haar stad verwoest wordt, zoekt ze naar leven elders. Ze vindt een stad aan zee, maar niemand lijkt daar in leven te zijn. Dit verhaal is geschreven zonder te voldoen aan spellings- of grammaticaregels. Het kost de nodige tijd om goed te kunnen lezen wat de bedoeling is, omdat veel woorden fonetisch gespeld zijn. Lastig, maar passend bij het thema van een primitieve toekomst. Er wordt een goed beeld geschetst van een wereld zonder technologie en van de aftakeling van normen en waarden in een dergelijke situatie. De afloop is open, een vervolg zou heel goed mogelijk zijn. Al met al een boeiend verhaal dat lezers kan afschrikken door de moeilijkheid van de taal maar de doorzetters worden beloond.