Heb je wel eens gehoord van de hazeflamindhond, de opschrokwalvis of de tekkelifant? Volgens de als wees geboren professor O'Loog, een miskend wetenschapper, bestaan ze echt. Dit zogenaamde 'logboek' dat is gevonden in de jungle van Korowai, is de nalatenschap van professor O'Loog, die zelf nooit meer is gezien. Dit keurig verzorgde boek over fantasiedieren begint met een voorwoord waarvan het taalgebruik een klein beetje doet denken aan de stijl van Marten Toonder. Dan volgt een inhoudsopgave, waarna in acht hoofdstukken de samengestelde dieren worden beschreven. Het boek beschrijft de bevindingen van o.a. zachte en bovennatuurlijke dieren, onsympathieke dieren, dieren die smerige dingen doen en dieren die vals zingen. De tekst bestaat hierbij uit lange, gedragen zinnen doorspekt met humor met aardig wat moeilijke woorden, die vooral gericht lijkt te zijn op jongeren en volwassenen. Bij de grappige stripachtige pentekeningen in zachte kleuren staat korte uitleg, soms in tekstballonnen. Vertaald vanuit het Frans door Edward van de Vendel. Een fantasierijk werk om te bekijken en te lezen voor jongeren (goede lezers) vanaf ca. 12 jaar.