Paula Spencer slaat zich met de moed der wanhoop door het leven. Ze heeft de nodige hectiek achter de rug. Getuige twee eerdere boeken van de auteur over haar leven dat bol stond van huiselijk geweld, alcohol en verloedering. In dit boek treffen wij haar aan ten tijde van de Coronapandemie in Dublin. Na een enigszins losbandig uitje met vriendinnen belt haar oudste dochter Nicola aan. Nicola is haar gezin ontvlucht en is aanvankelijk niet in staat haar verhaal te vertellen. En zo zitten de twee vrouwen in huis, achter de deur, mondkapjes op en probeert Paula haar dochter aan het praten te krijgen. Ze verzorgt haar dochter en tegelijkertijd rijt dit samenzijn oude wonden open. Wonden die geslagen zijn in de tijd dat Paula’s ex Charlo haar mishandelde. En zo bekruipt Paula een grote angst over het lot van haar dochter. In geweldige dialogen wordt het turbulente en gedeelde verleden blootgelegd en blijkt wederom dat Paula een overlevingskunstenaar is. Te zien als vervolg op 'The woman who walked into doors'* en 'Paula Spencer'**.
*2011-34-0714 (2011/46); **2007-38-0209 (2007/38)