Als Ed in een goed humeur is, is hij erg aardig. Maar heeft hij een slechte bui, pas dan maar op! Ook deze keer begint het met iets kleins: er waait een blaadje in zijn gezicht, en Ed struikelt over zijn bezem. Boos begint hij de blaadjes op te vegen, wóest wordt hij. De berg blaadjes wordt steeds groter, zo groot als de stad. Diep vanbinnen begint er in Ed iets te knagen: verdriet, spijt? En dan, een zuchtje wind, een enórme windvlaag. Plots kan Ed al het moois om hem heen weer zien. En voelt hij een boze bui opkomen, dan zal hij voortaan éérst tot tien tellen. In dit verhaal met een boodschap wordt het gegeven van escalerende emoties prachtig concreet gemaakt. Waar de tekst soms abstract is ('Totdat het hem opeens boven het hoofd groeit!'), zien we in de illustraties overdreven hoeveelheden blaadjes, die precies tonen hoe gigantisch boos je door iets kleins kunt worden. Sardà gebruikt vergrijsde kleuren in haar illustraties, die samen met de boze bui steeds donkerder worden. Het herfstig omslag vol blaadjes en met koperkleurige folie is prachtig. Bijzonder mooi vormgegeven prentenboek dat door het onderwerp van oplopende emoties zeer bruikbaar is voor een themales, of voor ouders met een pittige peuter of kleuter. Vanaf ca. 4 jaar. Vlag en Wimpel Griffeljury 2019.