Op een mooie dag gaat Mole op stap, raakt bevriend met Ratty en samen komen ze de rijke heer Toad tegen, die in het grote landhuis Toad Hall woont. Toad kan niet autorijden, maar koopt wel steeds een nieuwe auto en rijdt die dan in de soep. Als hij na de zevende botsing een biertje drinkt in de pub, ziet hij buiten een prachtige auto staan, waarmee hij gaat joyriden, maar hij wordt opgepakt door de politie en gaat de gevangenis in. Dit verhaal uit 1908 vertelde de Engelse bankier Grahame (1859-1932) aan zijn zoontje, onbedoeld voor publicatie. Het werd echter een klassiek kinderboek. Hoewel het nu soms wat langdradig is, zijn het vooral de kostelijke avonturen van Toad en zijn ontsnappingspoging die het verhaal de moeite waard maken. Elk hoofdstuk, er zijn er twaalf, begint met een kleine pentekening. Het verhaal wordt ingeleid door directeur en milieuactivist Bonnie Wright. Deel van de reeks 'Puffin classics', die ook geschikt is voor het onderwijs. Vanaf ca. 10 jaar.