Connie Braam heeft een reputatie hoog te houden als anti-apartheidsactiviste en als auteur van boeken waarin discriminatie en racisme aan de kaak gesteld worden. Ook in deze roman, die speelt tijdens de Tweede Wereldoorlog, geeft zij een stem aan mannen, zwart en bruin, die vaak niet gehoord werden in de geschiedenis. Braam is de alleswetende vertelster. Ze doet verslag in korte, rake zinnen en slaagt erin vanaf het begin de lezer bij de les te houden. De les dat ieder mens gelijk is, maar dat de praktijk helaas anders is. Jakob, kleinzoon van de zwarte Namibische vrijheidsstrijder Hendrik Witbooi, is de centrale figuur, die we volgen op zijn weg door de oorlog. Net als 120.000 (!) Zuid-Afrikanen heeft hij zich aangemeld om te strijden tegen Hitler. Hij wordt gevangengenomen in Libië en doorstaat de ellende van Auschwitz en de barre voettocht naar de vrijheid. Maar eenmaal thuis in Zuidwest-Afrika ervaart hij dat er niets is veranderd. De apartheid die hij in de oorlog aan den lijve meemaakte, is er nog steeds. Een pakkend verhaal dat getuigt van een nog altijd hoogstaand vakmanschap van Braam (1948).