Is de wiskunde voor gewone mensen? Hoe kun je wiskunde benaderen? Hoe kan men de angst voor wiskunde overwinnen? Deze in wezen filosofische bundel van vier essays geeft het antwoord daarop. Hier wordt de wiskunde vooral op het meta-niveau en binnen de context van haar evolutionaire geschiedenis besproken. Sommige begrippen, inclusief wiskundige bewijzen, worden expliciet toegelicht en met ondersteunende voorbeelden toegankelijk geïllustreerd. De uitbreiding van het thema over mensen, die ooit angst voor wiskunde ontwikkeld hebben, richting de wonderkinderen en de genialiteit in de wiskunde, zoals die van Terence Tao, de Mozart van Math, voegt hier een extra dimensie toe. De auteur deelt zijn eigen ervaring als docent wiskunde mee en geeft hij handige tips voor het verbeteren van het wiskundeonderwijs. Dit is al de tweede essaybundel van deze auteur over wiskunde, met zwart-witillustraties en literatuurlijsten. Eerder schreef hij ook twee romans, 'Armelia' (2006) en 'De gestolen kinderen' (2013). Naast zijn promotie in wiskunde heeft de auteur ook literatuurwetenschappen gestudeerd. Een informatief boek met de boodschap hoe men wiskundeangst kan temmen en de prestaties kan verbeteren. In bijzonder interessant voor degenen die werkzaam zijn in het onderwijs.