Op een warme zomerse dag in het oerwoud kruipt een grappig klein beestje uit een ei. Hij vraagt zich af wie hij is en bij wie hij hoort. Om daarachter te komen, gaat hij onmiddellijk op pad. Hij ontmoet allerlei dieren: de giraf, de olifant, het jachtluipaard, de neushoorn, de chimpansee en de krokodil. Ze weten allemaal hun eigen kwaliteiten te benoemen maar kunnen zijn vraag niet beantwoorden. Als het beestje net op de neus van een krokodil wil klimmen, hoort hij ineens roepen. Zou zijn zoektocht voorbij zijn? Dit vrolijke prentenboek heeft een eenvoudig maar grappig verhaal, dat in duidelijke zwarte schreeloze letters is gedrukt. De meeste illustraties beslaan twee bladzijden en zijn, zoals te verwachten van de bekende illustrator, fantastisch om naar te kijken. Het leuke is dat het uit het ei gekropen beestje zich ook steeds in kleur of patroon aanpast aan het beest dat hij bezoekt. Geweldig boek over het zoeken naar je identiteit. Aanbevolen om voor te lezen aan kinderen vanaf ca. 4 jaar.