Na een fikse ruzie verlaat de 17-jarige Gabriel zijn Poolse ouders en tweelingbroer en verhuist hij naar South-Kilburn, een achterstandswijk in Londen. Hij trekt in bij de vader van twee jongens die hij tijdens een grime-battle (grime is donkere, snelle en agressieve rapmuziek) ontmoet heeft en raakt steeds verder ondergedompeld in een wereld van drugs, geweld, diefstal en het gerechtelijk systeem. Daarnaast studeert hij Engelse literatuur aan de universiteit waar hij diepe vriendschappen sluit en geniet van oppervlakkige seksuele relaties. Geschreven vanuit de eerste persoon en gebaseerd op zijn eigen leven als lid van een bende neemt de schrijver ons mee in de wereld van bendes, het leven in de gevangenis en de moeite die het leiden van dit dubbelleven kost. Veel van de beschreven incidenten zoals politie-invallen zijn op internet na te zoeken. Rauwe, authentieke en deels fictieve memoir. Stond op de longlist Booker prize 2020. Het gebruik van (Londense) straattaal maakt het boek soms lastig leesbaar. Bevat veel scenes met geweld en seks.