Amir is een negenjarig Syrisch jongetje dat samen met zijn ouders vanuit het door de burgeroorlog verscheurde Syrië naar het Egyptische Alexandrië is gevlucht. Vandaaruit proberen hij en zijn stiefvader de overtocht naar Europa te maken. Het bootje van de mensensmokkelaars zinkt echter tijdens een storm, en Amir spoelt als enige overlevende aan op de kust van het Griekse eiland Kos. Een 15-jarig meisje probeert hem te helpen, maar de kustwacht komt hen al spoedig op het spoor. Een pakkende en onthutsende roman over een onderwerp uit de actuele krantenkoppen, dat op scherpe wijze de hulpeloosheid van de vluchtelingen schetst. De discussies op het bootje zijn misschien wat te gekunsteld-filosofisch, maar maken wel goed duidelijk wat voor perspectief de migranten wacht in landen waar ze niet echt welkom zijn. Het constant heen en weer springen tussen 'ervoor' (Alexandrië en het bootje) en 'erna' (Kos en het proberen uit de handen van de soldaten te blijven) is een beetje overbodige literaire truc, maar al met al komt de boodschap van dit aangrijpende boek toch duidelijk over.