Het is 1938 en er dreigt oorlog. Manod (18) woont samen met haar vader en zusje op een afgelegen eiland (onderdeel van de Britse eilanden), vijf tot tien uur varen van het vasteland, afhankelijk van het weer. Hier dicteert de natuur hoe overvloedig of wreed het leven zal zijn voor de kleine, geïsoleerde eilandgemeenschap die van het land en de zee leeft. Manod droomt van een leven dat verder gaat dan het eilandleven en het op jonge leeftijd trouwen dat daarbij hoort. De komst van het Engelse stel Joan en Edward die inhoud verzamelen voor een boek over het eiland biedt nieuwe mogelijkheden. Manod wordt hun gretige assistent, de interactie met de idealistische Joan en de knappe Edward zorgen ervoor dat ze haar dromen en begrip van het eilandleven opnieuw onderzoekt. We volgen Manod de laatste vier maanden van 1938 waarbij paragrafen verteld vanuit Manod afgewisseld worden met notities van Joan en Edward. Aangrijpende, rijke en rustig meeslepende coming-of-age roman vol poëtische beschrijvingen die de transformatie en de rauwe schoonheid van het eiland belichten. Debuutroman.
Zie a.i.'s deze week voor de Nederlandse vertaling.