Deze debuutroman van de meerdere keren voor haar korte verhalen bekroonde Amerikaanse schrijfster is kort maar krachtig en compact. Als de roodharige kolonist en weduwnaar Cy Bellman in 1815 op zijn boerderij in Pennsylvania leest van de vondst van oeroude beenderen van dito beesten, wordt hij bevangen door een Humboldtiaanse droom om de dieren in het echt te gaan zien. Hij vermoedt dat hij hierdoor dichter bij het geheim van het leven kan komen. Hij laat zijn tienjarige dochter Bess bij zijn strenge zus Julie en vertrekt. Het boek wisselt tussen de beschrijvingen van zijn moeizame reis door de ruige natuur (waar hij op een bepaald ogenblik gezelschap krijgt van een van een Franse pelsjager overgenomen jonge Shawnee Indiaan met de hilarische naam Old Woman From A Distance) en de belevingen van de langzaam in de pubertijd komende Bess, die op zijn brieven en hem wacht, maar ondertussen door verschillende mannen wordt beloerd. Zowel taalgebruik als setting doen sterk denken aan Butcher's Crossing (1960) van John Williams, dat qua ontbering meer pregnantie ademt. Toch een aanrader.