Piens beste vriendje heet Cheng. Wanneer Cheng jarig is, ziet Pien, dat de familie van Cheng heel netjes naar elkaar buigt, in plaats van een hand geven met drie zoenen. Dat gaat ze gelijk aan mama vertellen. Mama legt uit, dat elk land zijn eigen manier van groeten heeft. Ze pakt de wereldkaart erbij: in India doen ze de handpalmen tegen elkaar en buigen ze licht. In Nieuw Zeeland drukken ze de neus en het voorhoofd zachtjes tegen elkaar, en in Tibet steekt men de tong uit. Aan het einde verzinnen Pien en Cheng hun eigen jolige begroeting. Het grote boek is een heerlijk kijk- en voorleesboek. Elk land beslaat twee pagina's. Links staat een getekende wereldkaart met daarop de plaats van het land ten opzichte van Nederland en België. Telkens worden ook vermeld het aantal vlieguren, het aantal inwoners en het tijdsverschil. Onder de wereldkaart vind je informatie over het groeten, op een speelse manier verwoord, in duidelijke taal. Op de rechterpagina staat telkens een grote geverfde illustratie van de begroeting van één of twee vrolijke, enthousiaste kinderen uit het desbetreffende land. Prachtig uitgevoerd, groot formaat, voor kinderen vanaf ca. 4 jaar. Thema Kinderboekenweek 2012. Groot formaat boek, waarvan binnenzijde van het omslag achterin bedrukt is.