Anne Poldermans, de dochter van een watermolenaar, moet van haar vader trouwen met een molenaar die een grotere watermolen heeft en na de dood van zijn vrouw achterbleef met twee kleine kinderen. Verstandelijk gezien wordt het een goed huwelijk, maar de liefde ontbreekt aan Anne's kant. Door familieomstandigheden krijgt ze nog drie kinderen erbij om voor te zorgen terwijl ze zelf zwanger is van haar eerste kind. Dit alles brengt een verandering in haar huwelijk teweeg. Een familieroman die de lezer verplaatst naar een dorp op Schouwen-Duiveland in 1890. Het standsverschil is er groot, de armoede ook, maar familieleden zijn er voor elkaar als het nodig is. In het verhaal zijn veel historische wetenswaardigheden opgenomen met name over het leven in een watermolen, een manier van schrijven die bij de auteur hoort en die gewaardeerd wordt door veel lezers. De roman leest prettig, er zijn veel dialogen en het verhaal boeit.