De winter komt eraan, en Kleine Beer vertelt Grote Beer wat hij allemaal wil doen, wanneer ze in de lente wakker worden na hun winterslaap. Hij wil samen spelletjes spelen, pannenkoeken bakken, liedjes zingen en de allergrootste boomhut bouwen. Kleine Beer kan bijna niet wachten. Maar wanneer hij na een paar maanden wakker wordt, is Grote Beer verdwenen. Zijn vriendjes doen er alles aan om Kleine Beer op te vrolijken, en stapje voor stapje vindt hij een weg terug uit zijn grote verdriet. Frank Daenen schreef de rake woorden, én tekende de ontroerende illustraties van dit prentenboek. Zijn zinnen zijn helder en eenvoudig, en raken in het hart. De tekeningen, in het bijzonder de tranen en de verslagen houding van Kleine Beer veranderen op prachtige, subtiele wijze naar een opgeheven hoofd. Een ontroerend verhaal over afscheid nemen, over loslaten, over opkrabbelen en over het belang van vriendschap. Ook zeer geschikt voor themalessen of gesprekken over rouw en afscheid nemen. Een prachtig prentenboek in vrij groot formaat voor kleuters vanaf ca. 4 jaar.