Wantij

    Mediumsoort
    Boek
    ISBN
    9789028214163
    Verschijningsdatum
    Jaar van uitgave
    2024
    Taal
    Nederlands
    Categorie
    Non-Fictie
    Leeftijdsgroep
    Volwassenen
    SISO
    172 - Levenskunst - Zelfverwerkelijking
    Moeilijkheidsgraad
    Gemiddeld
    Reeks/Serie
    Van Oorschot terloops
    Uitgever
    Uitgeverij Van Oorschot
    Editie / Druk
    Eerste druk
    Aantal pagina's
    59 pagina's
    Hoogte
    151
    Breedte
    110
    Bestelnummer
    2024140156
    NUR code
    323

    Aanschafinformatie

    Een onderhoudend persoonlijk verhaal van schrijver Jaap Robben in de wandelserie ’Terloops’. Nu veel delen van de Waddenzee steeds vaker en langer onder water komen te staan, is wadlopen in de toekomst misschien niet meer mogelijk. Daarom besluit Jaap Robben om voor het eerst te gaan wadlopen naar Schiermonnikoog. Hij verwacht een kalme, meditatieve tocht, maar er blijken laconieke gidsen en een aantal luidruchtige mede-wadlopers te zijn. Hij zoekt de rust op achteraan de stoet en verbaast zich over hoe weinig er eigenlijk te zien is: geen zeehonden en krioelende beestjes in het zand, alleen maar een enorme, uitgestrekte vlakte zompige modder. Terwijl hij voortbaggert naar het noordelijkste puntje van Nederland, probeert hij te zien wat onzichtbaar is. Sympathiek en verhalend geschreven. Met een schetsmatige kaart in kleur.

    Jaap Robben (Oosterhout, 1984) is een bekende Nederlandse schrijver, dichter en toneelschrijver. Hij schreef meerdere boeken. Zijn werk wordt in meerdere landen uitgegeven.

    Uitgeversinformatie

    De Waddenzee verdrinkt. Veel delen van het Wad komen steeds vaker en langer onder water te staan, waardoor het wadlopen misschien binnen tien jaar al onmogelijk zou kunnen zijn. Reden dus voor Jaap Robben om voor het eerst te gaan wadlopen naar Schiermonnikoog. Hij verwacht een kalme, haast meditatieve tocht, omringd door niets anders dan wat luierende zeehonden en talloze verborgen schatten die de zee heeft achtergelaten. Maar al snel wordt duidelijk dat hij zich heeft vergist: met laconieke gidsen en zo’n honderd mede-wadlopers, waaronder een luid met zijn moeder beeldbellende Spanjaard en een groep vrijgezellenfeestvierders, blijkt de tocht allesbehalve meditatief. Robben zoekt de rust op door achteraan de stoet te gaan lopen en verbaast zich daar over hoe weinig er eigenlijk te zien is: geen zeehonden en krioelende beestjes in het zand, alleen maar een enorm, uitgestrekt vlakte zompige modder. Al het leven bevindt zich niet óp, maar ín het wad waar hij overheen loopt. Maar misschien, bedenkt hij zich terwijl hij voort baggert tot het noordelijkste puntje van Nederland, zit echte schoonheid wel juist in datgene wat we niet zien.