Historicus Edmund Stearne was in het begin van de 20ste eeuw een hardvochtig kasteelheer in de moerassige gebieden van Oost-Engeland die ervoor koos zijn vrouw te laten sterven wanneer de zoveelste geboorte fataal kon aflopen voor moeder of kind. Stearne wordt helemaal bezeten door een oud manuscript en een vier eeuwen oud schilderij en meent er de duivel in te zien. Hijzelf ziet overal een bedreiging in, wordt krankzinnig en doet dingen waardoor zijn dochter Maud hem nog meer haat. In zijn dagboek leert ze immers dag na dag de ware aard van haar vader kennen en nu wil ze wraak. Vijftig jaar later vertelt ze haar verhaal. Deze eerste pure gothic novel van een Engelse schrijfster (1960) van voornamelijk kinderboeken staat diagonaal tegenover de kostuumdrama's die we uit die laat-Victoriaanse tijd kennen. Deze roman is hard, duister en wreed vanwege de imminente aanwezigheid van geweld. Het verhaal wordt afgewisseld met chronologische dagboekfragmenten waardoor de spanning oploopt. Ondanks het abrupt einde, een beklemmend en beklijvend boek.