Een bundel met korte verhalen over een bos waarin veel verschillende dieren wonen, zoals de olifant, de pauw, de beer en de schorpioen, maar ook de rode en de zwarte mier, de spin en nog veel meer dieren. In elk van de 28 verhalen staat telkens een ander dier centraal. Zo maakt de zebra zich zorgen omdat hij zijn zwarte strepen kwijt is, maken de pony en de ezel ruzie, zingt de nachtegaal zo vals dat de muis er niet goed van wordt en uit zijn vel springt, wil het nijlpaard iedereen helpen (of de olifant toch maar niet?) en is de kikker vreselijk verliefd op de schorpioen. De verhaaltjes omvatten steeds twee pagina's tekst en een paginagrote illustratie. De illustraties zijn kleurrijk en gedetailleerd en bieden veel om naar te kijken. De verhaaltjes eindigen soms wat abrupt, maar zetten vaak aan tot nadenken of toveren een glimlach tevoorschijn. Het taalgebruik is vlot en niet ingewikkeld. Mooi verzorgde uitgave, klein lettertype. De licht filosofische verhalen lenen zich goed om voor te lezen en er daarna samen over te praten. Zelfstandig te lezen vanaf ca. 9 jaar.