Nina gaat met haar papa en mama en haar ijsbeer Ploef naar het strand. Het is heerlijk weer en ze speelt de hele dag met zand en water. Ploef moet onder de parasol, want ijsberen houden niet van de zon. Aan het eind van de dag als de zon de zee aanraakt, is Nina moe en gaan ze naar huis. Thuis wacht het bed, het kussen is zacht en het laken koel. De kusjes zijn nat en lief. Maar waar is Ploef? Hij is nog aan het strand. Nina wil hem meteen gaan zoeken, anders kan ze niet slapen. Papa en mama troosten haar. De volgende dag gaan ze op zoek naar Ploef. De paginagrote sfeervolle schilderingen, soms over een dubbele pagina, sluiten goed aan bij het verhaal. Ze zijn kleurrijk en ogen soms dromerig. De beknopte soms poëtische tekst sluit daar op een natuurlijke manier bij aan (bv. 'Langzaam zakt de zon. Hij raakt de zee aan. 'Tikkie', zegt de zon. 'Jij bent 'm!'). Er is een vrij grote letter gebruikt. In het verhaal wisselt het perspectief. Er staan geen moeilijke woorden in het verhaal. Fraaie uitgave met een herkenbaar thema, dat kinderen vanaf ca. 4 jaar zeker zal aanspreken.