Mooi en fraai vormgegeven eerbetoon aan de dichter Henk Kooijman (1928-1988). Bij leven publiceerde hij wel het een en ander, maar dat bleef 'toch wat in de schaduw', zoals Arjen Struik, vriend van Kooijman en, samen met Henk Povée, de bezorger van dit boek, in zijn nawoord schrijft. Ondertitel van deze bundel is 'Het Groene Hart in 654 gedichten': Kooijmans diepste wens was dit landschap in poëzie te vatten, zodat de herinnering eraan de verandering ervan zou overleven. De bundel is in tweeën gesplitst naar Kooijmans woonplaatsen, Haastrecht: 'Tussen de oude, donkere schaduwmuren / Stremt het moment, verduurzamen de uren.' En Gouda: 'zo werd het eindelijk / allemaal Gouds wat er blinkt'. Zijn, in deze bundel genummerde, gedichten zijn over het algemeen kort. Nummer 654 eindigt aldus: 'ik ben die ik altijd was: // een aanbidder van al het bestaande / een door het zonlicht getaande / een alleen door de wind overmande / zoeker naar oude verbanden'. Kooijman heeft er op een toegankelijke manier verslag van gedaan.