Albert Speer, de belangrijkste architect van Hitler ontloopt de doodstraf door over de jodenvervolging te zeggen: 'Ik wist het niet; ik weet het nu wel. Ik had het moeten weten, en dus ben ik schuldig'. Hij schrijft in de gevangenis van Spandau zijn memoires op WC-papier. Hij is een manipulator en een opportunist. Hij had vermoedelijk een platonische verhouding met Hitler, maar gaat hem haten als Duitsland dreigt te verliezen en gehoorzaamt hem niet meer. Speer beschrijft verschillende versies van zichzelf. Ontkent vriendschappen en haalt nieuwe vrienden aan, want hij weet dat overwinnaars de geschiedenis schrijven. Het boek legt de ontwikkeling van de tijdgeest vanaf 1933 heel goed uit, maar de memoires zijn eigenlijk één grote leugen en hij komt ermee weg.