Pier is een jongen van vijftien en komt uit een groot gezin. Sinds zijn dertiende weet hij dat hij op jongens valt. Dat is lastig want voor zijn familie en vrienden is hij een gewone jongen, net als alle anderen. Hij tekent graag en speelt toneel. Twee jongens zijn belangrijk voor hem. Erik wordt verliefd op Pier, maar het is niet wederzijds. De andere jongen, Ritsaert is stoer en knap. Hij wordt bewonderd door alle meisjes. Ritsaert wordt de beste vriend van Pier, maar er is geen sprake van erotiek. Daar komt na verloop van tijd verandering in. Dit verhaal gaat over de ontwikkeling van hun relatie. Hun wereld ziet er zonnig uit, maar in de zomervakantie gebeurt er heel iets verschrikkelijks met Pier. Dat is een heel ingrijpende ervaring voor beiden.