Dit beruchte boek is een bundeling van alle 'brochures' die Willem Frederik Hermans (1921-1995) tussen 1955 en 1964 met zijn in vitriool gedoopte pen schreef over de 'mandarijnen' van de Nederlandse literatuur, de volgens hem talentloze schrijvers, critici, redacteuren, uitgevers en naäpers die het literaire klimaat bepaalden (en elkaar baantjes en prijzen toeschoven). Sommige van deze literatoren hebben nog altijd een grote reputatie (Ter Braak, Du Perron, Gomperts, Vasalis), anderen zijn gedeeltelijk of geheel vergeten (Jacques Gans, J.B. Charles, H. van Galen Last), maar dankzij Hermans' geestige stijl, zijn sardonische insteek en zijn soms scherpe inzichten is bijna alles nog uitstekend leesbaar - los van het feit of Hermans 'altijd gelijk' heeft, hetgeen soms afhankelijk is van persoonlijke animositeit. Dit is een fotografische herdruk van de vierde druk uit 1985 en bevat het oorspronkelijke hoofdwerk (280 blz.), het supplement uit 1983 met fotokopieën (110 blz.), een uitgebreid annotatie-apparaat (130 blz.), de ontstaans- en publicatiegeschiedenis (50 blz.) en een bibliografie.