De auteur (1957) is in 1968 als kind al in de ban geraakt van het voetbal door het zien van een wedstrijd van de Londense topclub Arsenal. Zoveel jaar later getuigt zijn boek, een in de vorm van wedstrijdverslagen gegoten autobiografie, van de nog steeds bestaande obsessie voor Arsenal. De geschiedenis van de club, de actualiteit van het alledaagse leven in Engeland en de persoonlijke levensloop van de auteur vormen de elementen die in de wedstrijdverslagen worden gemengd. De accenten daarin wisselen, maar steeds blijft het voetbal, het supporter zijn, de absolute toegenegenheid, centraal staan. Knap en indringend wordt duidelijk gemaakt hoe de voor- en tegenspoed van de club met de eigen ups en downs zijn verbonden. Voetbalkoorts gaat over het wezen van de fans. Talrijke Nederlandse liefhebbers zullen zich hierin, ondanks dat het Engelse voetbal van een recente periode als decor wordt gebruikt, zeer goed herkennen en er ongetwijfeld door worden aangesproken. Een boeiend voetbalboek dat terecht in Engeland werd onderscheiden.