Een lijvige roman over oorlog, vluchten en vriendschap. Het verhaal speelt zich af in mei 1940 in Rotterdam, dat in brand staat door bombardementen. De half-Joodse Debra overleeft, maar het gevaar voor haar en haar familie neemt toe door anti-Joodse maatregelen. Ook de Rotterdamse diergaarde wordt gebombardeerd. Dieren slaan op de vlucht, waaronder een jonge wolf. Debra en de wolf, beide opgejaagd, vinden elkaar in hun wanhoop. Invoelend en toegankelijk geschreven.
Judith Visser (Rotterdam, 1978) is een bekende Nederlandse schrijver en columnist.