Kris en Hopper raken in Spanje betrokken bij een dodelijk ongeval en ze slaan op de vlucht. Ze komen in het bergdorpje Odrín terecht waar een dodelijk virus de kop opsteekt. Plotseling wordt het hele dorp in quarantaine geplaatst. Al gauw komen de jongens erachter dat sommige dorpsbewoners schimmige geheimen hebben. Schrijfster Mous voegt wederom een sterke jeugdthriller toe aan haar oeuvre. Ze bespeelt de lezer door na een spannend begin het verhaal in rustiger vaarwater te brengen; om vervolgens de spanning weer genadeloos op te voeren. De hoofdpersonen zijn fijne personages. Kris zorgt met zijn Tourette-syndroom voor een komische noot, maar Mous waakt ervoor om hem clownesk te maken. Zijn aandoening is realistisch en gespeend van het stereotype gevloek. Ook de andere personages zijn goed uitgewerkt en roepen samen een vreemde sfeer op. Het verhaal heeft sterke wendingen en heeft een zeer bevredigend einde. Dit griezelig goede boek met personages die in de toekomst vaker op mogen duiken, is weer een onvervalste pageturner van de schrijfster van 'Boy 7'. Vanaf ca. 13 jaar.