Met het Verdrag van Saint-Clair-sur-Epte (911) werd Viking-krijgsheer Rollo vazal van de Franse koning Karel de Eenvoudige. Voor zijn belofte de monding van de Seine te verdedigen tegen verdere invallen en zich tot het christendom te bekeren, kreeg Rollo dit gebied in leen. Hij ligt dan ook in een praalgraf in de kathedraal van Rouen. Dit historische gegeven zou volgens de plot van het dubbelalbum 'Viking' voor de onderzoeksafdeling van de SS, de Ahnenerbe, aanleiding zijn geweest voor onderzoek aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Aan Rollo werden mythische krachten toegekend, door de eeuwen heen in toom gehouden door het Vaticaan. Ontketend zouden deze krachten de strijd kunnen kantelen. Het vroegmiddeleeuwse deel van het verhaal boeit meer dan de er mee afwisselende scènes van de SS en guerrilla in een wedloop in hun historisch onderzoek van het tapijt van Bayeux, in kerken, kloosters en graven. De laatste zijn fraai getekend, de personen wat houterig. In zijn latere albums over de Romeinen ('Arelate' = Arles) is Sieurac wat losser van stijl. Achterin veertien pagina's Dossier met schetsen en dergelijke.