Een collectie essays in de eerste persoon over natuur die deels eerder zijn gepubliceerd in onder andere de New York Times. De schrijfster is dicht bij huis en ver weg verrast over het gedrag van andere mensen en hun innige band met de natuur, maar vooral met dieren. Ze laat zien hoe de vogelbescherming en het traceren van vogels in verband staat met de Wereldoorlogen en de nationale cultuur van Engeland. Ze realiseert zich dat mensen vasthouden aan het beeld van hun favoriete natuurgebied, ontstaan uit een combinatie van mythes en eigen ervaringen uit het verleden, terwijl dit gebied steeds kleiner wordt, biodiversiteit steeds minder en diersoorten bedreigd worden. Maar ze geniet ook van verschijnselen als zonsverduistering, leert van de dieren, verbaast zich over de natuur in de stad. Wat bijzonder is aan deze verhalen is de openheid van de schrijfster (1970) van 'H is for hawk'. Ze observeert, uit kritiek, maar geeft ook haar eigen zwakheden aan. Gebruik van wetenschappelijke termen en moeilijke woorden. Heerlijk dat dit genre weer herleefd. Mooi hoe deze schrijver niemand de schuld geeft, haar lessen leert en die via dit werk doorgeeft en zo aanzet tot actie voor behoud.