Zonder overdrijving kan gezegd worden dat dit boek één van de belangrijkste publicaties is op het gebied van de theologie van de twintigste eeuw. Het gaat om brieven en aantekeningen die de bekende Duitse protestantse theoloog (1906-1945) schreef in de gevangenis, waar hij op persoonlijk bevel van Hitler 23 maanden opgesloten was. Hij werd gescheiden van zijn familie, van zijn vriend Eberhard Bethge, van zijn broeders van de Belijdende Kerk, met wie hij zich verzette tegen het nazi-regime, en van zijn jonge verloofde. Door de hulp van een bewaker kan Bonhoeffer corresponderen met zijn vriend (en latere biograaf) Bethge. Met hem voelde hij zich vertrouwd en verwant. Tegenover hem spreekt hij zich uit over de komende secularisatie, over de mondigheid van de mens, over een a-religieus christendom, over de plaats van de kerk in de wereld. Het zijn deze brieven die geschreven zijn door een nog betrekkelijk jonge man, die tot de dood veroordeeld was. Het zijn brieven van een zeldzame grandeur. De strijd om het geloof is van een existentiële betekenis die voor velen tot de dag van vandaag bemoedigend is. Paperback in de serie 'Christelijke klassiekers'.*

*eerder aangeboden 2017-11-0877 (2017/26). Ongewijzigde herdruk.