In 1982 kreeg Vasalis, 28 jaar na de verschijning van haar derde en tot dan toe laatste dichtbundel, tot veler verrassing de P.C. Hooftprijs. Vier jaar na haar overlijden in 1998 verscheen nog een vierde bundel. Het gehele dichterlijke oeuvre is nu bijeengebracht in een handzaam boekdeeltje van net aan tweehonderd bladzijden, waarvan er nog eens ruim twintig opgaan aan een drukgeschiedenis van de oorspronkelijke bundels, een register op titels en beginregels en een inhoudsopgave. Deze poëzie valt nauwelijks bij een stroming in te delen. Ze is, hoewel ze veelal rijmt, duidelijk anders dan die van voor de Tweede Wereldoorlog, maar lijkt al helemaal niet op die van de generatie die daarna het woord opeiste. Ze is verstaanbaar, maar niet eenduidig: aan het gedicht 'Tijd', met de bekende beginregels 'Ik droomde, dat ik langzaam leefde... / langzamer dan de oudste steen.' zijn bijvoorbeeld diverse (polemische) beschouwingen gewijd. Vasalis heeft met 'een stuk of wat gedichten' (J.C. Bloem) haar bestaan gerechtvaardigd.