Judith van Maren is net geslaagd voor haar middelbare school als ze bij toeval ontdekt geadopteerd te zijn. Ze verliest hierdoor haar identiteit en het vertrouwen in haar adoptieouders. Met hulp van het Fiom gaat ze op zoek naar haar biologische ouders, dit tot grote tegenzin van haar adoptiemoeder. Die wilde de adoptie geheim houden uit angst haar dochter te verliezen. Judith krijgt veel te verwerken maar met goede mensen om haar heen en met haar geloof blijkt ze veel sterker dan gedacht. Een roman waarin zaken rond adoptie op een reële manier besproken worden, zowel van de kant van diegene die het kind afstaat als van het geadopteerde kind en haar omgeving. De karakters zijn goed uitgewerkt en belangrijk voor het verhaal.