De auteur (1953-2008) was alcoholverslaafd, had een bipolaire stoornis en ondernam diverse malen een poging tot zelfdoding. Zijn hallucinerend proza gaat over de zelfkant van de samenleving en zijn zware strijd om zich staande te houden ondanks angsten, depressies en neurosen. Hij gebruikt Vlaamse volkstaal en lijkt invloed te hebben ondergaan van Bukowski en de Beatgeneration. Ook muziek speelt een grote rol in de veelal semi-autobiografische verhalen, met talloze verwijzingen naar songteksten. De excentrieke verhalen spelen zich af in Leopoldsburg, ook wel het Kamp genoemd, de geboorteplaats van de auteur. Ze zijn geschreven als een eruptieve stroom van gedachten en herinneringen, stemmingen en associaties met verzonnen en echt bestaande personen. Wrange humor en bittere reminiscenties worden afgewisseld met hilarische taferelen. Het is volstrekt uniek en experimenteel proza, in verschillende stijlen, over de jeugd van de auteur, zijn vroegere geliefden en zijn worsteling met de maatschappij waarop hij vat probeert te krijgen. In dit boek zijn de stukken gebundeld die auteur zelf het beste vond.
Deze bundel wordt tegelijk uitgebracht met een biografie over de auteur door Chris Ceustermans: 'Schrijven in de Grauwzone'. Zie a.i.'s deze week.