Dit boekje is een vraagbaak voor taalproblemen, bestemd voor hen die het Nederlands als tweede taal leren (hebben geleerd). De auteurs geven al jaren les volgens de bekende 'De Delftse methode; Nederlands voor buitenlanders' van Sciarone en Montens. In dit boekje staan 300 vragen van cursisten. Elke paragraaf heeft dezelfde structuur: een correcte en incorrecte zin, de juiste keuze, het argument, waarna enkele voorbeelden volgen, met uit de lespraktijk voortgekomen vragen als: jij wilt-jij wil, zich-zichzelf, hun-hen-ze etc. Besproken worden (zonder de traditionele grammaticale termen): de pv, mv, trappen van vergelijking, hulpwerkwoorden, woordvolgorde en typische woorden en uitdrukkingen (alfabetisch). Veel aandacht voor de afwijkingen van de regel, die voor zoveel taalmoeilijkheden zorgen. Dit boekje is niet samengesteld om in de les te behandelen, noch als studieboek voor de cursist. Het is door de bondige probleemstelling, de eenduidige antwoorden en de uitvoerige, gebruiksvriendelijke index een toegankelijk naslagwerk met groot gebruiksgemak. Aanbevolen voor de doelgroep.
Spiraalband.