Dit dierenverhaal geeft een satirische kijk op de maatschappij rond het einde van de 12e eeuw. Tevens is het een schelmenverhaal, waarin de sluwe vos weet te ontkomen aan bestraffing van zijn misdaden door handig in te spelen op slechte eigenschappen van de andere dieren (Bruun en Tibeert: vraatzucht; Nobel: hebzucht; de koningin: overdreven bezorgdheid; Cuwaert: domheid; Belijn: hoogmoed). De Middelnederlandse tekst staat naast de door H. Adema gemaakte vertaling in hedendaags Nederlands. Het oorspronkelijke werk is geschreven in verzen; de vertaling in goed lopend en vlot te lezen proza. Het verhaal wordt zo voor een grote lezersgroep toegankelijk. Deze uitgave is geschikt voor gebruik in het onderwijs, mits de docent achtergrondinformatie toevoegt, want die is erg summier. Er bestaan tal van andere uitgaven van dit verhaal, waaronder enige 'hertalingen' in modern Nederlands van Stijn Streuvels, Karel Jonckheere, Achilles Mussche, Ernst van Altena en Arjaan van Nimwegen.
Ongewijzigde herdruk.