Gesprekken over organisatieontwikkeling lopen niet zelden uit op een Babylonische spraakverwarring. Eenieder heeft, vaak half- of onbewust, een eigen denkkader van waaruit hij/zij organiatievraagstukken benadert. Het is van belang deze denkkaders bij jezelf en anderen duidelijk te krijgen. Het denken over organisatieontwikkeling vraagt allereerst om een scherp zicht op de huidige situatie om van daaruit te kunnen denken over de gewenste situatie. Daarin spelen steeds vraagstukken van cultuur en structuur een rol. Deze twee elementen zien we terug in de acht bouwstenen die de schrijver aanduidt. Leidend beginsel is het bevorderen van leiderschapsgedrag op alle niveaus binnen de organisatie. Voor iedere baan moet een evenwicht worden gezocht tussen de nodige beslissingsruimte en de inbedding van die ruimte in de structuur. Een organisatie(structuur) is nooit af; belangrijk is de mentale ruimte voor medewerkers om te kunnen meedenken over wat beter kan. De auteur, hoogleraar aan de Universiteit van Leuven, bespreekt op goede wijze actuele literatuur en cases uit de praktijk. Een nuttig boek. Met een literatuurlijst en register.