De Australische Tikka Molloy, 31 jaar oud, die een wat doelloos leven leidt als laborante in Baltimore, vliegt naar huis als ze hoort dat haar zus Laura kanker heeft. De zusjes logeren bij hun ouders in de Australische buitenwijk waar ze zijn opgegroeid. Toen ze elf en dertien jaar oud waren verdwenen hun drie buurmeisjes, de Van Apfel-zusjes, kinderen uit een streng religieus gezin, met wie ze altijd samen speelden. Het jongste zusje keerde terug, maar anders dan gedacht. Van de twee andere zusjes, van Tikka's en Laura's leeftijd, werd nooit meer iets vernomen. Had de vreemde, wat beangstigende Van Apfel-vader er wat mee te maken? Of die ene leraar van school? Tikka is nooit over de verdwijning van haar vriendinnetje heen gekomen. In het verhaal dat beurtelings in het heden en verleden speelt, ontvouwt zich langzaam wat er destijds gebeurd is. Een veelvuldig gebruikt thema, verdwenen meisjes, en het einde stelt wat teleur, toch is dit zeker een aardig, sfeervol, coming-of-age-verhaal geworden, met thrillerachtige trekjes. Veelbelovend debuut van deze Australische auteur.