Een literaire novelle (116 p.) die zich afspeelt tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland. Het boek volgt het verhaal van de zeventienjarige scholier Karel Ruis die zich in mei 1940 inbeeldt hoe het zou zijn als de Duitsers over de stad zouden vliegen en zijn stille straat zouden bombarderen. Als de bommen werkelijk beginnen te vallen, wordt zijn beschermde leven opengerukt. Zijn oom vraagt hem een brief te bezorgen aan zijn joodse minnares en Karel wordt verliefd op haar dochter. Maar even later lijkt de toekomst alleen nog verlies en eenzaamheid te kunnen bieden. In heldere, lichtvoetige stijl geschreven. Met name geschikt voor een literaire lezersgroep.

Gerrit Kouwenaar (Amsterdam, 1923-2014) was een van de meest gelauwerde Nederlandse dichters uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Voortkomend uit de experimentele dichtersgeneratie van de Vijftigers ontwikkelde hij vanaf de vroege jaren zestig een geheel eigen stem. Hij ontving onder meer de P.C. Hooftprijs en de Prijs der Nederlandse Letteren.

Het boek werd voor het eerst gepubliceerd in 1950.