Overtuigend en emotioneel innemend familiedrama van de Engelse schrijfster (1967). De 51-jarige tweeling Jeanie en Julius leven samen met hun moeder Dot geïsoleerd op het Engelse platteland. De hut waarin ze wonen heeft zo zijn gebreken, maar ze leven van de groentetuin en de klusjes die Julius in het dorp doet. Ook maken ze samen muziek. Als Dot plotseling sterft komen veel zaken op losse schroeven te staan, temeer omdat Dot belangrijke zaken niet aan haar kinderen heeft verteld. Zo staat de vrouw van de bemiddelde buurman Rawson voor de deur om hen te vertellen dat de overeenkomst over het niet hoeven te betalen voor de huur van de hut niet geldig was, dat haar moeder hen duizenden euro's schuldig is en dat ze binnen een week het huis uit moeten. Bovendien blijkt Dot meer en belangrijker geheimen voor hen te hebben gehouden. Zal het de armlastige, koppige en nogal wantrouwige tweeling lukken om het hoofd boven water te houden? Temeer daar Jeanie aan een hartkwaal lijdt en zo goed als ongeletterd is? Het boek behaalde terecht de shortlist van de Women's Prize for Fiction 2021. Winnaar Costa Novel Award 2021.