De steenrijke Hitchens is geschokt als Barack Obama in 2008 de verkiezingen wint. Big Guy – zoals hij in de roman steevast wordt genoemd – ziet de wereld die hij kent in duigen vallen. Zijn achttienjarige dochter Meghan mocht voor de eerste keer stemmen. Ook haar wereld verandert. Ze begint te twijfelen aan de zekerheden die ze van haar ouders heeft meegekregen. De verkiezingsuitslag is als een dominosteen die het wankele bouwwerk van het gezin een duwtje geeft. Terwijl ieder met z’n eigen problemen worstelt, verzamelt Big Guy gelijkgestemden om ‘iets te doen’. Op satirische, soms zelfs kolderieke wijze beschrijft A.M. Homes die club van verongelijkte, rijke, oude, witte mannen, waarbij ze ook speculeert over hoe Amerika zich van Obama naar Trump heeft kunnen bewegen. Een familieverhaal en politieke satire ineen dus, waarin beide niet helemaal tot hun recht komen. In beide verhaallijnen zitten lange dialogen over de staat van Amerika. A.M. Homes is vooral bekend om het controversiële 'The end of Alice'* (over een kinderverkrachter) en het bekroonde 'May we be forgiven'**.

*96-38-0365; **2012-40-2557 (2012/49)