De stem van de hoofdpersoon komt tot ons van over het graf. Haar naam kennen we niet, wel krijgen we haar hele leven te horen vanaf haar prille jeugd tot aan haar zelfgekozen dood. Haar jeugd speelt zich af in een dorpje in het zuiden van Frankrijk in een bekrompen milieu. Haar ouders verwaarlozen haar, later wordt ze misbruikt door een oom. De enige die haar liefde en aandacht geeft is een van haar grootmoeders. Na de middelbare school ontsnapt ze naar Parijs, waar ze letteren gaat studeren aan de Sorbonne. Het studeren gaat redelijk, maar ze heeft problemen met haar hospita en met de andere bewoners van het huis. Ze krijgt een baantje en een relatie maar na enige tijd komt hij om. Ze voelt zich eenzaam en raakt in een depressie .De taal van Orcel is intens en somber. Het is geschreven in een ononderbroken stroom. Dit kan de lezer zo in verwarring brengen dat hij afziet van verder lezen. De interpunctie van Orcel is lastig: geen hoofdletters, geen punten. Vaak wisselt hij van verteller dat maakt het moeilijk om de draad vast te houden. Het is een rauw verhaal.