De schrijver Laurent Seksik, midden vijftig, zit in het vliegtuig van Parijs naar Tel Aviv, om de Kaddish te zeggen op het graf van zijn een jaar daarvoor overleden vader. Deze is opgegroeid in Algerije, naar Frankrijk uitgeweken, en tenslotte naar Israël geëmigreerd. Hij is een gelovig jood en verwacht datzelfde van Laurent. Uit de literatuur kennen we verhalen van zonen die opstaan tegen hun vader, maar hier is het tegendeel het geval. De vader is dominant en bemoeizuchtig, maar Laurent treurt nog steeds heftig om zijn dood. De vader wilde dat de zoon schrijver zou worden, zijn moeder gaf de voorkeur aan arts; uiteindelijk wordt hij beide. Tijdens de vlucht praat hij met een jongere buurvrouw over zijn verdriet, en komen veel verhalen en herinneringen naar boven, ook over de belevenissen van Algerijnse voorvaders. Heden en verleden wisselen elkaar af in een soms wel wat erg emotioneel, maar ook boeiend verhaal. Dit is de negende roman van Seksik (1962).